Vrijwilligers dierenweide Koudekerk stoppen
28 september 2024 | Auteur: Ingezonden | Nieuws, Koudekerk aan den Rijn
Het is alweer zeven jaar geleden dat Joren en Niels de zorg voor de Dierenweide in De Deel op zich namen.
Menig Koudekerker herinnert zich nog de betrokkenheid door de heren van Hemert, van der Voort en later van der Ent. Maar toen dat stopte, moest de gemeente op zoek. “We wonen tegenover de Dierenweide en zagen met eigen ogen hoeveel mensen genieten van de diertjes midden in het dorp. Dus hebben we ons aangemeld.”
Aanpakken
Als boerenzoon wist Niels dat er flink wat moest gebeuren om de Dierenweide op te knappen. En zo zijn ze aan de slag gegaan om de geiten, schapen en het vele pluimvee een mooi onderkomen te bieden. “Door de eieren aan de deur te verkopen, konden we de zorg van de dieren betalen, zoals voeding, vaccinaties, etc. Al was dat niet genoeg, dus we waren blij dat de gemeente financieel bijsprong.” En na een oproep in de Groene Hart Koerier konden ze een paar jaar geleden een club van vrijwilligers oprichten. “Dat was geweldig, want we konden door de zorg voor de dieren nooit op vakantie, en nu konden we met een gerust hart af en toe even weg.”
Hek dicht
Maar nu is dan toch het moment gekomen dat ze de deur voorgoed achter zich dichttrekken – of eigenlijk het hekje. Want aan het eind van dit jaar stopt de stichting zodat Joren en Niels nieuwe uitdagingen in hun privéleven kunnen starten. “We zorgen natuurlijk dat de dieren een goed nieuw tehuis krijgen. Maar de stichting stond op onze naam, dus het is nu aan de gemeente om te bepalen wat er met de Dierenweide gaat gebeuren.
Gesprekken
De gemeente gaat in elk geval in gesprek met de vrijwilligers.” Met een goed gevoel kijken ze terug op deze periode, want er is veel opgebouwd en ze laten de Dierenweide in goede staat achter. “Mede dankzij de enthousiaste vrijwilligers en de bijdragen van de gemeente natuurlijk. En we zullen vooral de spontane gesprekken missen met de mensen die kwamen genieten van de Dierenweide.
Maar we zijn trots op wat er is bereikt.”