Popiejopies en dooddoeners
Met gezegdes moet je uitkijken; ze kunnen je op het verkeerde been zetten. Het werk van Plasterk zou je met enige vrijheid kunnen karakteriseren als ‘himmelhoch jauchzend zum tode betrübt. Natuurlijk is dat overdreven, maar de destijds uitbundig gevierde partijcoryfeeën hebben wel degelijk schade opgelopen.
Aan het leiderschap van Omtzigt wordt (in de media) getwijfeld: ‘koestert te veel emoties, twijfelt te vaak en te lang, en stelt beslissingen maar uit’… dan word je als politicus flink gefileerd. En ook nog heel vilein: ‘wanneer komt de volgende burn-out?’
Caroline heeft ook haar onschuldige imago verloren: durft geen keihard ‘nee’ te laten horen inzake (criminele) boerenacties. Vervolgens weet ze haar plannen niet altijd (financieel) te onderbouwen. Elke plannenmakende politicus moet weten: ‘het moet wél betaald worden!’) Daar komt nog bij dat ze – als boegbeeld van de BBB – het hulpje van Geert wordt genoemd. Poeh, over imagoschade gesproken!
Dilan kampt met een flinke tegenvaller: tien zetels verlies. Als doekje voor het bloeden wordt dan gezegd: ‘elke leiderswisseling kost een politieke partij stemmen!’ Maar dat is uiteraard een dooddoener; zet het debat op een zijspoor… als u voelt wat ik bedoel!
En dan Geert… Hem wordt verweten een januskop te hebben; de Romeinse god Janus had twee gezichten. Dat kunnen uiteraard twee aantrekkelijke kopjes zijn geweest, de combinatie van die twee suggereert in ons polderland evenwel dat we met een onbetrouwbaar persoon te maken hebben. Nu lopen er in onze wereld wel meer presidenten, premiers en dictators rond met een gerestyled januskoppie, maar zelfs een kind weet dan dat het met zulke jongens ‘oppassen geblazen is.’
Elke rechtgeaarde Rijnwoudenaar zou kunnen reageren met de ‘dooddoener’: Wist, van achteren kijk je een koe in haar… En dat is natuurlijk een waarheid als een koe! Het moet echter gezegd worden, dat ‘we’ ons in nov. 2023 meer hebben laten beïnvloeden door goedgebekte popiejopies dan door de inhoud van partijprogramma’s. En nu zitten we met de gebakken peren. (Ter info: gebakken peren was vroeger een lekkernij. Als je lekker gekookt had en de gasten desondanks toch weg bleven, zat je met de gebakken peren!)
Zo’n patstelling tijdens formaties vraagt natuurlijk om analyses en columnisten zijn maar al te graag geneigd de oorzaak te zoeken bij de afnemende cognitieve functies van het stemvee. Dat getuigt uiteraard van een heel irritante en hooghartige houding. Ik zou voor een eventuele verkiezing nooit een stemadvies geven: wat zou ik voor een betweter zijn!?
Het zou ‘ons’ echter wel sieren als we ons vóór zo’n verkiezing wel degelijk zouden realiseren op wie en wat we nu eigenlijk gaan stemmen. Als we na de eerste formatieschermutselingen al moeten constateren dat de januskop in de Hollandse Poldernatie geen onbekend fenomeen is, hebben we en masse gefaald.
Sommigen doen alles af met de dooddoener ‘vroeger was het nu eenmaal beter!’
Dat is natuurlijk geklets; je moet jezelf kritisch bekijken! Onze onvolprezen Ivo zei het zo kernachtig:
Vroeger was het leven fijn
Maar al ga ik op mijn kop staan
Het zal nooit meer vroeger zijn
Ik had vroeger moeten opstaan
Wist