Onnozelheid
Reclame, je wordt ermee overspoeld. Vooral de commerciële televisie onderbreekt irritant lang uitzendingen teneinde de nodige pecunia binnen te halen via reclameboodschappen. Uiteraard: pecunia non olet (geld stinkt niet), maar ik vermoed dat menigeen zich afvraagt of het niet een onsje minder kan. Niet alleen de overvloed van de reclame kan irritatie oproepen maar vooral ook de inhoud ervan. Grote supermarktketens maken het m.i. het bontst met hun stompzinnige spotjes.
Iedereen kent die volgevreten acteur die met zo’n Jumbo- winkelwagentje door de supermarkt rent en als het ware de vloer aanveegt met het beschaafde gedrag: met beleid inkopen doen, er is al genoeg obesitas. ‘Zomaar raak rauzen en vooral overvloedig schransen’ wordt op een ongegeneerde wijze gepromoot.
Maar Appie kan er ook een handje van. Het is toch te gek voor woorden dat een super in deze tijd, een tijd waarin iedereen weet dat heel veel mensen amper van hun salaris kunnen rondkomen, de aandacht probeert te trekken met hamsteréééén. Op welke groep is zo’n walgelijke kreet gericht? ‘Het lekkere van Albert Heijn’; kom op zeg; het riekt naar een onnozelheids-vaccin.
Ook Lidl surft mee op de inmiddels epidemisch geworden gekte. Een onnozel mietje stapt uit het echtelijke bed en gaat ín ochtendjas en óp pantoffels naar de bakker om van die onwaarschijnlijk lekkere bolletjes te bemachtigen…. stel je voor dat ze ‘óp’ zijn! Op de thuisreis struikelt-ie bijna over zijn pantoffeltje, de stakker; ik heb me al een paar maal horen verzuchten: ‘val eens lekker op je bek, oud wijf.’ Helaas word ik niet op mijn wenken bediend.
Ik krijg langzamerhand het idee dat de reclamemakers denken dat ze te maken hebben met laagbegaafden wier kompas slechts gericht is op: halen, hebben, houwen. Het irritante is echter dat men(?) eraan gaat wennen; althans dat vermoeden de makers van die reclamespotjes.
Mij lukt het gewoon niet te wennen aan dat opgefokte ‘leef-maar-raak-opportunisme. Als Ruud Gullit in beeld is teneinde een voedingssupplement aan te prijzen, denk ik slechts: ‘ja Ruud, het EK van 1988 is al enige tijd voorbij.’ Over welk product het gaat, geen idee. Willeke Alberti ligt in de landelijke dagbladen al decennialang in een luie stoel en steevast overpeins ik, als ik haar zo zie hangen: ‘nee meid, het valt toch niet mee, na de overgang het oude ritme terug te vinden!’
De reclamewereld spiegelt je een werkelijkheid voor die haaks staat op de echte wereld. Ik weet het een en ander van een traplift: het fenomeen getuigt natuurlijk van een ongelooflijke kennis van allerlei technische snufjes, maar als je er gebruik van moet maken, ben je ervan overtuigd dat je zo’n apparaat liever niet in huis zou willen hebben. In de reclames van de trapliftbouwers lopen echter lieden rond van wie je denkt: zeg aansteller, ga ‘ns lekker de vierdaagse lopen!
Het is een oeroude tegenstelling: schijn en wezen… Nu ik dit schrijf, kom ik net van het kiesbureau en ik vraag me af of de gekozenen het ‘nieuwe Europa gaan verdedigen’. Er zitten politieke partijen bij die Europa van binnenuit willen uit hollen. Eigenaardige visie op de werkelijheid!
Wist