Empathie
Ooit heb ik bij een Kringloopwinkel een Boeddhabeeldje gekocht. Ik weet niet meer waaróm ik een afbeelding van een uitheemse spirituele leider aanschafte, maar sinds hij zo demonstratief – op zijn knieën – bij ons in de tuin zit, heb ik iets met hem. Hij zit op zijn dooie gemak voor zich uit te staren en dat werkt uitnodigend.
Als ik naar hem kijk heb ik vaak de neiging over allerlei controversiële zaken na te denken. Niet zelden zijn spelende of langsfietsende kinderen de aanleiding: wat heerlijk dat ze zich kunnen ontplooien in een veilige omgeving… en dan begint het gedonder!
Plotseling word ik dan overvallen door dat bericht dat er zoveel jonge mensen suïcide plegen, dat er zoveel jonge mensen over euthanasie nadenken, dat zoveel (vooral jonge) meisjes zich ongelukkig voelen. ‘Hoe komt dat toch… ze hebben zo’n fantastische start.’
En dat is nog maar het begin. Er zijn nogal wat zaken die landelijk zorgen voor felle discussies: Israël en Gaza, slavernijverleden, asiel en migratie, oprukkend ‘rechts’. Het is verleidelijk direct voor een standpunt te kiezen. En na het kiezen van een standpunt ga je uiteraard de tegenstander onmiddellijk en ook niet zuinig verguizen.
Sinds ik ‘mijn Boeddha’ heb, reageer ik niet (meer) zo assertief of misschien moet ik agressief zeggen. Als ik Israël zeg, denk ik direct aan de aanleiding van het stichten van die staat. Als je denkt aan ‘holocaust’ (brandoffer) lopen de rillingen langs je rug. Als je Gaza zegt, denk je aan de mensen wier bestaan in een mum van tijd ondersteboven werd gekeerd. Als je aan slavernijverleden denkt, zie je een film van ellende en vernedering die maar geen einde heeft. Als je aan asielzoekers denkt, zie je slechts bermbommen, hongerende kinderen, wanhopige vrouwen en lijken in de berm van de weg.
Ik heb een kennis die het niet zo nauw neemt met al die ellende en me af en toe toevertrouwt: ‘Wist, je kunt niet het leed van de gehele wereld op je schouders nemen; daar zijn ze te smal voor!’ Dat moet ik hem toegeven: ik heb colbertjes van het model S en daar moeten al schoudervullingen in.
Nee, serieus. Ik heb het angstige vermoeden dat er tegenwoordig (?) te snel met de botte bijl wordt gehakt. Achter al die zaken die ik zojuist opnoemde, zit een wereld van leed, een oceaan van ellende… Als je nadenkt over die gruwelijke slavernij en je doet de wens om erkenning daarvan af als ‘gedram’…dan kan er uiteraard van een gesprek geen sprake zijn. Er zijn zoveel lieden die in deze gevallen reageren met ‘ik zeg het maar recht voor zijn raap, dan weten ze wie ik ben.’ En dat is nou juist zo dom; dan weet men juist totaal niet wie je bent. Of misschien wel, iemand die totaal geen idee heeft van het fenomeen ‘empathie’.
Als je het lot van anderen wilt verbeteren, moet je eerst weten wie ‘die anderen’ zijn. Ik heb (nogmaals) het angstige vermoeden dat velen niet weten wat het betekent dat constante vernederen, vluchten, bedreigen. ‘Empathie’… eigenlijk zou dat het woord van 2024 moeten worden.
Wist