Consequenties
Waarschijnlijk kent u dat fenomeen wel: je bent bezig met een bepaald project en langzamerhand dringt het tot je door dat het eindresultaat consequenties kan opleveren die je niet zo aantrekkelijk acht. Ik lees al enige tijd de biografie van Oppenheimer (ruim 600 bladzijden): ‘De triomf en de tragedie van de vader van de atoombom.’ Het is nogal wat om onder die naam de geschiedenis in te gaan.
Hij was een geniaal én aimabel mens. Hij had aanvankelijk communistische sympathieën. Hij was zeg maar een fellow traveller… tot hij de ware aard van het communisme (Stalin) ontdekte.
Toen hij onder de nodige spanning aan het atoomproject deelnam, in het fascistische Nazi-Duitsland waren ze óók in een vergevorderd stadium, worstelde hij al met het idee: ‘waartoe zal dit leiden?’ Hij was, met zijn mede-wetenschappers, eigenlijk ondergeschikt aan militairen en hij wist dat in de strijd tegen het fascisme de bom ooit gebruikt zou worden.
Toen de makers van de bom zagen wat voor een explosie de bom veroorzaakte op het proefterrein, zei één van de aanwezigen: nu zijn we allemaal klootzakken. De titel van het volgende hoofdstuk in de biografie luit: ‘Die arme kleine mensen’ (de bom zou ontploffen boven Japan en hij zou gruwelijk veel slachtoffers maken) en het daarop volgende hoofdstuk heet ‘ik heb bloed aan mijn handen’. Dat maakt het gruwelijke dilemma in een paar zinnen duidelijk.
Ik ben nog maar halverwege, maar het is me intussen wel duidelijk dat ‘triomf’ en ‘tragedie’ soms dicht tegen elkaar aanschuren.
Je kunt de naweeën van het gebruik van een atoombom natuurlijk niet met allerlei banale dingen vergelijken, maar het fenomeen van oplossingen vinden voor een bepaalde kwaal leidt niet zelden tot de verzuchting dat het middel erger is dan de kwaal.
We hebben de afgelopen week het 75-jarig bestaan van de NAVO gevierd en in allerlei interviews met bekende NAVO-coryfeeën hoorde ik de slogan: een aanval op één lidstaat is een aanval op alle lidstaten! Dat is uiteraard een moedig besluit: solidariteit is in de meeste gevallen een positieve houding. Het antoniem van solidariteit is achterbaksheid, lafheid, opportunisme. Daar wil je niet van beschuldigd worden.
Maar ik word wel eens bang van de consequenties van die moedige houding. Laat ik even cynisch zijn. Nu heeft ene Vladimir te M. een niet-Navostaat te grazen genomen… stel je voor dat hij nog een appeltje schilt met één van de Baltische staten? De opportunist zal zeggen: ver-van-mijn-bed-show, de flinkerd zegt natuurlijk: over mijn lijk. En dat kan mogelijk letterlijk opgevat worden.
Er zijn behoorlijk veel Amerikanen die lyrisch zijn over hun ‘Donald’, terwijl miljoenen ‘buitenlanders’ de vrees koesteren: hoe kan je in godsnaam zo’ n ongeleid projectiel leider van een toonaangevende natie maken?
Ik zou graag nog een aantal zinnen wijden aan de eventuele gevolgen van het populisme in Nederland: wat kunnen de consequenties zijn van het blindelings volgen van rattenvangers? Ik heb echter het onbehaaglijke gevoel dat ik dan mijn hand overspeel: voor een degelijk politiek commentaar is deskundigheid vereist: aan politieke tinnegieters hebben we geen gebrek!
Wist